112MELDINGEN.NL | AMBULANCE | 112 meldingen & P2000 alarmeringen van de hulpdiensten online volgen. (2024)

Algemeen

Een ambulance is een voertuig om medische hulpverleners te vervoeren naar een situatie waarin behoefte is aan spoedeisende hulp en om slachtoffers of patiënten te vervoeren naar een ziekenhuis. Een ambulancedienst is een dienst die ambulances met deskundige hulpverleners beschikbaar heeft en deze op afroep inzet.

Uitrusting

Een ambulance is uitgerust met medische apparatuur en medicatie voor het verlenen van professionele eerste hulp. Ambulances zijn tegenwoordig uitgerust met ECG-apparatuur (om een zogenaamd hartfilmpje te maken), beademingsapparatuur, materialen voor ongevalsbehandelingen zoals (nek)spalken, enzovoorts. Daarnaast zijn allerhande medicijnen beschikbaar die noodzakelijk zijn om problemen met hart, longen en bloedvaten direct te behandelen. Alle ambulances hebben dezelfde apparatuur en medicijnen aan boord; de fabrikant van de apparatuur kan verschillen, maar de onderzoeks- en behandelmogelijkheden zijn gelijk.

Om de patiënten veilig te vervoeren beschikt iedere ambulance over een brancard, maar daarnaast heeft men ook de beschikking over een wervelplank waarmee een slachtoffer goed gefixeerd kan worden wanneer letsel aan de wervelkolom gevreesd wordt.

De ambulance is tegenwoordig een rijdende Eerste Hulp-afdeling geworden, waar een diagnose wordt gesteld en een behandeling wordt gestart. Doel van de behandeling is de patiënt stabiel te maken zodat deze veilig vervoerd kan worden naar een ziekenhuis waar de verdere behandeling en genezing kan plaatsvinden. Ook komt het vaak voor dat de behandeling door de ambulanceverpleegkundige thuis bij de patiënt volstaat en vervoer naar een ziekenhuis niet nodig is. Niet alleen bespaart men hiermee kosten, maar neemt ook de druk af op de Eerste Hulp-afdelingen van ziekenhuizen en is de patiënt zeer vlot en in de eigen omgeving "genezen".

Bemanning

Alle ambulances worden bemand door een ambulancechauffeur en een ambulanceverpleegkundige. De verpleegkundige heeft buiten de reguliere opleiding in het ziekenhuis diverse specialisatie opleidingen gevolgd en gewerkt op ziekenhuis afdelingen als de intensive care (algemeen en/of cardiologie), anesthesie of een Eerste Hulp afdeling. Alle ambulanceverpleegkundigen dienen in bezit te zijn van het SOSA-certificaat, de opleiding voor ambulanceverpleegkundigen. De ambulancechauffeurs hebben eveneens een SOSA-opleiding gevolgd, maar deze is gericht op rijvaardigheid en -techniek en medisch assisterende handelingen.

Uniek in de wereld is dat alle ambulanceverpleegkundigen werken met landelijke protocollen waarin is vastgelegd welke (be)handelingen bij welke diagnose kunnen worden toegepast. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld werkt men ook met protocollen, maar moet een arts in het ziekenhuis worden geraadpleegd alvorens men een medicament mag toedienen of een handeling mag uitvoeren. In Nederland mag iedere ambulanceverpleegkundige het protocol zonder overleg uitvoeren of er met goede reden van afwijken zonder overleg met een arts.

Ambulancepersoneel wordt zodra nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn ontstaan bijgeschoold veelal voordat zelfs eerste hulp artsen zijn bijgeschoold. Dit gebeurt landelijk in diverse sessies die verplicht dienen te worden bijgewoond wil men zijn bevoegdheid behouden. Iedere vijf jaar dienen alle verplichte landelijke en regionale bijscholingen te zijn bijgewoond. Ook dienen zowel de chauffeur als de verpleegkundige een praktijktoets positief af te ronden.

Door de overheid is door middel van de Wet (BIG) vastgelegd dat ambulanceverpleegkundigen bevoegd zijn medische handelingen te verrichten die normaliter zijn voorbehouden aan een arts. Een ambulanceverpleegkundige is dus geen "halve arts" maar een professional met een specifieke gespecialiseerde kennis en bevoegdheid op diverse gespecialiseerde terreinen.

Inzet

Ambulances in Nederland kunnen ingezet worden met drie verschillende urgenties. Deze urgenties worden uitgegeven door de meldkamer ambulance (MKA, 112-alarmcentrale).

  • A1-urgentie; een spoedurgentie waarbij de ambulance binnen 15 minuten ter plaatse moet zijn. Er is dan sprake van een mogelijk levensbedreigende situatie. Bij deze urgentie wordt gereden met optische en akoestische signalen. Voorbeelden van spoedurgentie zijn onder meer een hartinfarct, ongevallen, reanimatie.
  • A2-urgentie; een spoedurgentie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van optische en akoestische signalen. Deze urgentie wordt bijvoorbeeld uitgegeven wanneer er een huisarts aanwezig is die heeft geconstateerd dat de patiënt direct naar het ziekenhuis vervoerd moet worden, maar er is geen sprake van een direct levensbedreigende situatie.
  • B-urgentie; besteld vervoer. Met deze urgentie wordt gereden bij het vervoer van patiënten van bijvoorbeeld een ziekenhuis naar een verpleeghuis waarbij de patiënt niet met bijvoorbeeld een taxi verplaatst kan worden.

Als een ambulance gebruik maakt van de aanwezige optische en akoestische signalen is het een voorrangsvoertuig. Het overige verkeer moet dan voorrang geven en er kan bijvoorbeeld door rood worden gereden bij een verkeerslicht. In Nederland zijn de optische en akoestische signalen een drietonige sirene en blauwe zwaailichten. Een ambulance is duidelijk als (mogelijk) voorrangsvoertuig herkenbaar door de opvallende gele kleur en uniforme striping. Overigens zijn nog zeker niet alle ambulances in deze striping uitgevoerd.

Bij ernstige ongevallen wordt tegenwoordig in Nederland vaak ook een Mobiel Medisch Team gealarmeerd. Dit team ondersteund de ambulancemedewerkers bij het stabiliseren van de patiënten zodat ze vervoerd kunnen worden.

Bij grote ongevallen en rampen kan het voorkomen dat de reguliere medische hulpverlening niet toereikend is. Er kan dan besloten worden deze hulpverlening uit te breiden door Geneeskundige Combinaties in te zetten. Deze bestaan uit professionele en vrijwillige hulpverleners die met een grote hoeveelheid materiaal ter plaatse kunnen komen om slachtoffers medisch te behandelen. Onderdeel van een Geneeskundige Combinatie is een AMBU-team dat bestaat uit ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs.

bron wikipedia.nl

Algemeen

Als er een ramp of groot ongeval gebeurt, moeten de slachtoffers zo goed en zo snel mogelijk geholpen worden. GHOR staat voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, oftewel het helpen van mensen die slachtoffer zijn geworden, of zouden kunnen worden, van een (dreigend) groot ongeval of een ramp.

Rampenbeheersing in Nederland

We leven in een maatschappij waarin bepaalde bedreigingen en calamiteiten niet geheel zijn uit te sluiten. Rampenbeheersing houdt in de bestrijding van calamiteiten, de voorbereiding hierop, de nazorg, maar ook het nemen van maatregelen om te voorkomen dat zich rampen voordoen en om de gevolgen te beperken als ze zich voordoen.

Bepaalde ontwikkelingen vergroten de risico's op rampen en grote ongevallen in onze maatschappij. Enkele hiervan zijn:

Complexiteit; De samenleving wordt steeds complexer. Hierdoor komen onregelmatigheden en afwijkingen sneller voor. En als ze zich voordoen, is het door de toegenomen complexiteit steeds moeilijker om er onmiddellijk een adequaat antwoord te hebben. De complexiteit wordt ook versterkt door de toenemende informatisering.

Verdichting en pluriformiteit; De samenleving verdicht zich en wordt pluriformer (meer verschillende bevolkingsgroepen). Hierdoor kunnen kleine gebeurtenissen sneller grote effecten teweeg brengen. Verdichting en pluriformiteit versterken elkaar bovendien. Zo kunnen spanningen tussen burgers en bevolkingsgroepen mede tot gevolg hebben dat men te dicht op elkaar zit.

Nieuwe risico's; Er dienen zich nieuwe risico's en calamiteiten aan. Bijvoorbeeld als gevolg van klimaatsverandering, nieuwe ziekten en veranderingen in de wereldverhoudingen. Deze kunnen niet altijd met de oude vertrouwde methoden worden aangepakt en vragen dus een andere soort voorbereiding.

Internationalisering; De samenleving wordt internationaler. Daardoor neemt de kans en de frequentie van internationale problemen toe. Een voorbeeld hiervan is een besmettelijke ziekte die uit het buitenland komt.

Terreur en dreiging; De hoogtechnologische samenleving is een aantrekkelijk doelwit voor mensen die met geweld de aandacht willen opeisen. Niet alleen de terreur zelf, maar ook de combinatie met de dreiging ervan ('hybride calamiteiten') vormen een serieus risico.

De vijf schakels van rampenbeheersing

De veiligheidsketen bevat alle elementen die samen leiden tot een optimale rampenbeheersing: in de voorbereiding, de daadwerkelijke bestrijding en de herstelfase. De veiligheidsketen ziet er als volgt uit:

Proactie; Proactie betekent het wegnemen van structurele oorzaken van incidenten, om te voorkomen dat ze zich voordoen. Een voorbeeld hiervan is het adviseren bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid. Door bij de aanleg van bijvoorbeeld een nieuwe woonwijk of spoortunnel al rekening te houden met bepaalde risico's, kunnen deze verminderd of zelfs weggenomen worden.

Preventie; Preventie houdt in: het nemen van maatregelen vooraf bij reeds bestaande risico's. Op die manier vermindert de kans dat incidenten ontstaan, en kunnen de gevolgen ingeperkt worden als ze zich toch voordoen. Voorbeelden hiervan zijn advisering bij de vergunningverlening van evenementen, de risico*kaart en specifieke ongevalsprocedures.

Preparatie; Preparatie is de voorbereiding op het bestrijden van incidenten. Dit houdt onder andere in het opstellen van rampbestrijdingsplannen en procedures, en het opleiden, trainen en oefenen van personeel.

Repressie; Repressie is de daadwerkelijke bestrijding van grootschalige ongevallen en rampen. Dit houdt onder andere in het blussen van branden, het verzorgen van gewonden en het handhaven van de openbare orde. Voor meer informatie over deze rampbestrijdingsactiviteiten, ook wel 'processen' genoemd.

Nazorg; Nazorg omvat alles wat nodig is om zo snel mogelijk de gevolgen te herstellen en in de 'normale' situatie en verhoudingen terug te keren. Dit kan geestelijke nazorg inhouden, zoals hulp bij het verwerken van de traumatische gebeurtenis. Het kan echter ook gaan om lichamelijke nazorg, zoals revalidatie, of om het inschatten van resteffecten op de (volks-)gezondheid. Ook kan het gaan om materiële nazorg, zoals de afhandeling van verzekeringen en vergoedingen.

Soorten Rampen

Om daarover besluiten te kunnen nemen, is inzicht nodig in de omvang en effecten van de belangrijkste rampen en zware ongevallen die in de regio kunnen plaatsvinden. Ook moet duidelijk zijn wat het maximale beroep is dat op de inzet van de diverse hulpverleningsorganisaties kan worden gedaan. De beoordeling van de regionale risico's vindt meestal plaats voor de volgende achttien typen rampen:

  • Luchtvaartongeval
  • Ongeval op het water
  • Verkeersongevallen op land
  • Ongeval met brandbare/explosieve stof
  • Ongeval met giftige stof
  • Kernongeval
  • Bedreiging volksgezondheid
  • Ziektegolf
  • Ongeval in een tunnel
  • Brand in een groot gebouw
  • Instorting van een groot gebouw
  • Paniek in een menigte
  • Grootschalige ordeverstoring
  • Overstroming
  • Natuurbranden
  • Extreme weersomstandigheden
  • Uitval van nutsvoorzieningen
  • Ramp op afstand

Per ramptype worden de risico's voor de eigen regio in kaart gebracht met als resultaat in totaal achttien regiospecifieke maatscenario's. Maatscenario's zijn overzichten van de aanwezige risico's per ramptype en de mogelijke effecten bij rampsituaties.

Rampbestrijdingsprocessen

Tijdens een ramp vinden verschillende bestrijdings- en hulpverleningsactiviteiten plaats. Zo moeten slachtoffers gered en behandeld worden, de openbare orde gehandhaafd worden en slachtoffers geregistreerd worden. Deze activiteiten noemen we rampbestrijdingsprocessen. De brandweer, de GHOR, de politie en de gemeente zijn verantwoordelijk voor de verschillende rampbestrijdingsprocessen tijdens een ramp:

BrandweerGHORPolitieGemeente
Bron- en EffectbestrijdingGeneeskundige HulpverleningRechtsorde en VerkeerBevolkingszorg

Behalve het uitvoeren van hun eigen activiteiten (processen), moeten de hulpverleningsdiensten ook onderling hun activiteiten afstemmen. Ook zijn er processen waarbij verschillende hulpverleningsdiensten samen moeten werken.

Processen brandweer tijdens rampen

Tijdens een ramp of een groot ongeval speelt de brandweer een cruciale rol. De brandweer is verantwoordelijk voor de volgende activiteiten ofwel rampbestrijdingsprocessen:

  • Bestrijden van de brand en de uitstoot van gevaarlijke stoffen
  • Redden en technische hulpverlening
  • Waarnemen en meten
  • Ontsmetten van mensen en dieren
  • Ontsmetten van voertuigen en infrastructuur
  • Waarschuwen van de bevolking
  • Toegankelijk maken van het rampterrein en opruimen

De brandweer is eindverantwoordelijk is voor deze processen. Soms levert de GHOR een bijdrage aan de brandweerprocessen en soms leveren de brandweerprocessen een bijdrage aan de GHOR, bijvoorbeeld geneeskundige advisering.

De brandweer is tijdens een ramp de enige partij die het onveilige gebied (het gebied waar de ramp heeft plaatsgevonden en waar de gevolgen aanwezig zijn) mag betreden. De andere diensten, zoals de GHOR, de politie en de gemeente, betreden het rampterrein pas als de brandweer het terrein veilig heeft verklaard.

Processen GHOR tijdens rampen

De GHOR coördineert de inzet van geneeskundige diensten tijdens rampen en grote ongevallen. De GHOR is verantwoordelijk voor de volgende activiteiten ofwel rampbestrijdingsprocessen:

  • Geneeskundige hulpverlening somatisch. Dit houdt in: de opvang en zorg voor gewonden.
  • Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR). Dit houdt in: de collectieve opvang van slachtoffers direct na de ramp en het verlenen van psychosociale hulp.
  • Preventieve openbare gezondheidszorg (POG). Dit proces is gericht op de bescherming van de volksgezondheid bij ongevallen of rampen met een gevaar voor mens en milieu, om zo (extra) gewonden of verergering van het letsel te voorkomen.

De GHOR is eindverantwoordelijk is voor deze drie processen. Daarnaast levert de GHOR bijvoorbeeld soms ook een bijdrage aan rampbestrijdingsprocessen van andere hulpverleningsdiensten, bijvoorbeeld geneeskundige advisering. Soms leveren andere hulpverleningsdiensten met hun rampbestrijdingsprocessen een bijdrage aan de GHOR, bijvoorbeeld het vrijhouden van de toegangswegen voor ambulances.

Processen politie tijdens rampen

De politie speelt een belangrijke rol op verschillende terreinen. Zo is de politie tijdens een ramp of groot ongeval verantwoordelijk voor de volgende activiteiten ofwel hulpverleningsprocessen:

  • Handhaven openbare orde
  • Strafrechtelijk onderzoek
  • Verkeer regelen
  • Afzetten en afschermen
  • Begidsen
  • Identificeren van overledenen
  • Ontruimen en evacueren

De politie is eindverantwoordelijk voor deze processen. Soms levert de GHOR een bijdrage aan de politieprocessen. Ook leveren enkele politieprocessen een bijdrage aan de GHOR, bijvoorbeeld het vrijhouden van de toevoerwegen voor hulpverleningsvoertuigen.

Processen gemeente tijdens rampen

Tijdens een ramp of een groot ongeval is de gemeente verantwoordelijk voor de volgende activiteiten ofwel rampbestrijdingsprocessen:

  • Registreren van slachtoffers
  • Uitvaartverzorging
  • Schaderegistratie en afhandeling
  • Voorlichten en informeren
  • Opvang en verzorging
  • Primaire levensbehoeften
  • Milieuzorg
  • Inzamelen van besmette waren

De gemeente eindverantwoordelijk is voor deze processen. De diensten werken echter wel samen. Soms levert de GHOR een bijdrage aan de gemeenteprocessen, bijvoorbeeld bij de registratie van slachtoffers, en soms leveren de gemeenteprocessen een bijdrage aan de GHOR.

bron ghor.nl

Algemeen

Het Mobiel Medisch Team (MMT, ook wel traumateam genoemd) is een team bestaande uit een drietal personen om dagelijks medische bijstand te verlenen in Nederland. Een MMT werkt vanuit één van de 10 traumacentra in Nederland. Alle 10 MMT's kunnen beschikken over een voertuig, 4 locaties beschikken ook over een helikopter (de zogenaamde Lifeliner of traumaheli). Deze helikopter wordt primair gebruikt voor het transport van personeel, patiënten worden alleen bij uiterste noodzaak per heli vervoerd. Het team bestaat uit een arts (anesthesioloog, anesthesist of chirurg), een piloot, een verpleegkundige. De arts is opgeleid om eerste hulp te verlenen buiten het ziekenhuis in alle omstandigheden. Op deze manier hoeft behandeling door een arts niet pas in het ziekenhuis gestart te worden. Ook in België vinden we dit soort teams terug. Zij worden er MUG-teams genoemd. Daar bestaan zij grotendeels uit een arts en een verpleegkundige met een bijkomende beroepstitel in de Spoedgevallen en Intensieve Zorgen. Sommige ziekenhuizen bemannen hun MUG-wagen ook met een speciaal opgeleide MUG-chauffeur.

Functieverdeling bij een Mobiel Medisch Team

Functie arts
De arts heeft de functie waar het binnen het MMT eigenlijk om draait: het bieden van meerwaarde ten opzichte van de reguliere ambulancezorg. Ter plaatse is het aan de arts om samen met het ambulanceteam de patiënt ABC-stabiel te maken (Airway, Breathing en Circulation). Wanneer een van deze vitale functies niet of verminderd aanwezig is, is het noodzakelijk dat deze zo snel mogelijk hersteld wordt (ofwel stabilisatie van vitale functies). Een 'trauma-arts' (MMT-arts) kan hierbij helpen. Voorbeelden van veelvoorkomende handelingen zijn: intubatie (het inbrengen van een beadmingsbuisje in de luchtpijp) al dan niet met anesthesiemiddelen en het inbrengen van een thoraxdrain (slang in de borstholte vanwege bloed (hematothorax) of lucht (pneumothorax).

Functie piloot
Ondersteunende functie. Hij heeft de leiding aan boord van de helikopter. Wanneer het MMT opgeroepen wordt kan het gebruikmaken van de helikopter. De piloot bestuurt deze.

Functie verpleegkundige
Tijdens de vlucht in de helikopter of rit in het busje heeft de verpleegkundige een ondersteunende navigatietaak. De verpleegkundige zorgt ervoor dat het voertuig zo snel mogelijk op de plaats van bestemming arriveert.

Tijdens de behandeling vertolkt de verpleegkundige een essentiële functie door het ondersteunen van de arts als ambulanceverpleegkundige. Meestal beschikt een MMT-verpleegkundige over bijvoorbeeld een aantekening als IC-medewerker (Intensive Care).

Functie HLO
Het MMT kan eventueel ook gebruikmaken van een busje. Deze moet bestuurd worden door een ervaren ambulancechauffeur of een speciaal opgeleide verpleegkundige. Een HLO is zo'n chauffeur.

Wanneer het MMT uitrukt per helikopter zal iemand moeten instaan voor de veiligheid. Over het algemeen staan de helikopters op een vliegveld, maar wanneer een helikopter op een ziekenhuis landt dient men een HLO ter beschikking te hebben. Deze ambulancechauffeur heeft een extra opleiding gevolgd als brandwacht. Wanneer er tijdens de opstijg- of landingsprocedure iets mis gaat, kan deze ingrijpen op de bijbehorende manier. Het is te vergelijken met een vliegveldbrandweerman.

Traumacentra

In totaal zijn er 10 traumacentra in Nederland, te weten:

  • Amsterdam (VUMC en AMC)
  • Rotterdam (Erasmus medisch centrum)
  • Tilburg (St. Elisabeth Ziekenhuis)
  • Utrecht (Universitair Medisch Centrum)
  • Nijmegen (St. Radboud Ziekenhuis)
  • Leiden (Leids Universitair Medisch Centrum in Leiden)
  • Maastricht (Academisch Ziekenhuis)
  • Groningen (Universitair Medisch Centrum Groningen)
  • Zwolle (Isala-klinieken)
  • Enschede (Medisch Spectrum Twente)

Helikopters

Alle 10 MMT's kunnen beschikken over een voertuig, 4 locaties beschikken ook over een helikopter (de zogenaamde Lifeliner of traumaheli). Deze helikopter wordt primair gebruikt voor het transport van personeel, patiënten worden alleen bij uiterste noodzaak per heli vervoerd.

NaamStandplaatsRegio'sHelikopterEigenaar
Life-Line 1Amsterdam (VUMC)Noord-Holland
Noord Utrecht
Flevoland
Texel
EC-135ANWB
Life-Line 2Rotterdam (Zestienhoven)Midden en Noord Zeeland
Zuid-Holland
West Brabant
Zuid/West Utrecht
EC-135ANWB
Life-Line 3Nijmegen (Volkel)Oost Brabant
West Gelderland
Noord Limburg
Zuid/Oost Utrecht
EC-135ANWB
Life-Line 4Groningen (UMCG)Groningen
Friesland
Drentde
Noord Overijssel
Waddeneilanden
EC-135ANWB ism ADAC

De helikopter Lifeliner 3 in Nijmegen is 24 uur per dag inzetbaar, de overige 3 helikopters zijn in principe van 7.00-19.00 uur beschikbaar i.v.m. wetgeving (geluidshinder). Buiten deze tijden gebruikt het MMT het MMT-voertuig.

De regio Zuid-Limburg maakt gebruik van de Duitse helikopter "Christoph Europa 1" van de ADAC uit Aken en een andere helikopter "Christoph Europa 2" van de ADAC uit Rheine is inzetbaar in Twente. De regio's Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren kunnen een beroep doen op de helikopter van het Belgische IMDH in Brugge. Lifeliner 3 uit Nijmegen verzorgt ook voor een deel Duits grondgebied.

Voertuigen

Alle MMT's beschikken over een Mercedes-Benz Vito die door het ministerie van binnenlandse zaken in bruikleen gegeven is aan de traumacentra. Deze bus heeft 5 zitplaatsen en een voorraad medische hulpmiddelen en medicatie.

Oproepcriteria

Binnen de oproepcriteria wordt onderscheid gemaakt tussen een:

  • Primaire oproep
  • Secundaire oproep

Bij een primaire oproep wordt vanuit de MKA (Meldkamer Ambulance), die de melding van de aanwezigheid van een slachtoffer binnenkrijgt, bepaald of een inzet van het MMT noodzakelijk is.

Bij een secundaire oproep bepaalt een ter plaatse gekomen ambulance of de inzet van het MMT alsnog noodzakelijk is.

Primaire Criteria:

  • grootschalige ongevallen
  • trein- of vliegtuigongevallen (inclusief aanrijding door trein)
  • ongeval met meer dan een slachtoffer waarvan 1 overleden
  • uit voertuig geslingerd
  • aanrijding voetganger/fietser/motor met meer dan 30 km/uur
  • ongeval waarbij slachtoffer is overreden (kinderen!) door auto
  • ongeval met beknelling (verkeer/bedrijf)
  • val van hoogte (> 5 mtr)
  • verdrinking (incl. onder het ijs geraakt)
  • bedelving incl. hoofd en/of borst
  • ontploffing
  • ongeval met elektriciteit of blikseminslag
  • ongeval met blootstelling aan giftige stoffen
  • brand met rookvergiftiging/inhalatietrauma
  • ernstige brandwonden > 15% of 10% in combinatie met andere letsels
  • acuut bedreigde ademweg (hoofd/halstrauma, oedeem (opzwelling, allergie), corpus alienum (mes in keel))
  • traumatische dwarslaesie
  • thoraxtrauma met respiratoire insufficiëntie
  • penetrerend letsel schedel, thorax of abdomen (buik) (oa schot/steekwonden)
  • open fracturen/crushletsel van bekken, bovenbeen of wervelkolom
  • traumatische amputatie (gedeelte) arm of been
  • niet te stelpen bloedingen met (dreigende) shock
  • auto te water
  • op basis van traumascore RTS>12 (Revised Trauma Score) en of GCS<9 of PTS (Pediatric TraumScore) = <10

Secundaire Criteria:
Wanneer het ambulancepersoneel ingreep van een arts ter plaatse noodzakelijk acht, wanneer zij zelf de patiënt wegens uiteenlopende (bijvoorbeeld bij niet te stelpen bloedingen) niet stabiel kunnen krijgen en zo niet kunnen vervoeren, kunnen zij het MMT oproepen. Dit heet een Secundair Criterium.

Geneeskundige Combinatie

Bij het voorkomen van een groot ongeval of een ramp kan het MMT ingezet worden als onderdeel van een Geneeskundige Combinatie (Gnk-C). In een dergelijk geval werken zij samen met een zogenaamd AMBU-team en een SIGMA-team.

bron wikipedia.nl

Algemeen

Een AMBU-team (afkorting van Ambulance-team) is een groep van twee ambulanceverpleegkundigen en twee ambulancechauffeurs die kan worden ingezet als onderdeel van een Geneeskundige Combinatie wanneer de reguliere (spoedeisende) medische hulpverlening bij een groot ongeval of een ramp niet toereikend is. Een AMBU-team werkt onder de verantwoordelijkheid van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR).

Taken

De voornaamste taak van de leden van een AMBU-team is het medisch behandelen van de slachtoffers die geholpen worden door een Geneeskundige Combinatie. Ze worden hierbij logistiek en medisch ondersteund door een Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie (SIGMA-team) en assisteren waar nodig het Mobiel Medisch Team (MMT). Het doel van de Geneeskundige Combinatie is het redden van levens in een rampgebied door slachtoffers zoveel mogelijk stabiel te maken voordat ze per ambulance vervoerd kunnen worden naar een traumacentrum of de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) van een gewoon ziekenhuis.

De leden zullen in eerste instantie door middel van een snelle triage bepalen welk slachtoffer als eerste (medische) hulp nodig heeft. Aan de hand van de indeling in triageklassen worden de slachtoffers vervolgens gestabiliseerd voor vervoer.

Uitrusting

De persoonlijke uitrusting van een AMBU-team bestaat naast een uniform uit een hesje met daarin onder andere een bloeddrukmeter, stethoscoop, pulse-oxymeter om de fysieke toestand van slachtoffers te kunnen beoordelen.

Voor het stabiliseren van slachtoffers maken de leden daarnaast gebruik van de middelen in een Advanced Life Support-koffer (ALS-koffer). Het werk wordt waar mogelijk verricht in een gewondennest, vaak in de vorm van een tent die verzorgd wordt door het SIGMA-team. Om het team naar het ongevals- of rampgebied te brengen heeft men de beschikking over een Mercedes-Benz-bestelwagen met aanhanger. Hierin wordt ook een grote voorraad (schep-)brancards, ALS-koffers en andere hulpmiddelen vervoerd.

Inzet

AMBU-teams worden ingezet wanneer er door een ongeval of ramp een groot aantal slachtoffers valt dat medische hulpverlening nodig heeft. In principe besluit de Officier van Dienst Geneeskundig over de daadwerkelijke inzet van een Geneeskundige Combinatie (Gnk-C). Als het besluit is genomen dat een Combinatie ingezet zal worden, worden de leden opgeroepen door middel van een P2000 pager. De beschikbare leden komen hierop naar een opkomstplaats waar men samen met een SIGMA-team vertrekt richting de ongevalslocatie.

Onderdelen van een Geneeskundige Combinatie kunnen ook zelfstandig worden ingezet; de Mobiel Medisch Teams worden bijvoorbeeld dagelijks ingezet bij grotere ongevallen. Ook een SIGMA-team kan ingezet worden zonder dat de andere onderdelen aanwezig zijn. Een AMBU-team kan echter niet zonder een SIGMA-team worden ingezet. Naast dat het team gebruik maakt van de middelen van het SIGMA-team is er een veel eenvoudigere manier om de leden van een AMBU-team op een ongevalslocatie beschikbaar te krijgen: het ter plaatse laten gaan van twee ambulances.

bron wikipedia.nl

Algemeen

Een Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie (SIGMA) is een groep vrijwillige hulpverleners die ingezet kan worden wanneer de reguliere (spoedeisende) medische hulpverlening voor bijvoorbeeld een ramp of groot ongeval niet toereikend is. Een SIGMA-team is onderdeel van een Geneeskundige Combinatie en opereert onder de verantwoordelijkheid van de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). In het dagelijks taalgebruik spreekt men van SIGMA-teams waarvan er op dit moment 49 zijn in Nederland.

Taken

Het voornaamste doel van een SIGMA-team is het logistiek en medisch ondersteunen van de andere onderdelen van de Geneeskundige Combinatie (Gnk-C): het Mobiel Medisch Team (MMT) en de zogenaamde AMBU-teams. Het doel van de Geneeskundige Combinatie is het redden van levens in een rampgebied door slachtoffers zoveel mogelijk stabiel te maken voordat ze per ambulance vervoerd kunnen worden naar een traumacentrum of de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) van een gewoon ziekenhuis.

Logistieke taken
De logistieke werkzaamheden van een SIGMA-team bestaan uit het tijdens een inzet onderdak bieden aan en bevoorraden van een Geneeskundige Combinatie. Hiertoe richt het team bij aankomst in een rampterrein of bij een ongeval een zogenaamd gewondennest in, meestal in een door het team op te zetten opblaasbare tent. Daarnaast zorgen de leden voor het continue beschikbaar zijn van voldoende materialen voor de medische hulpverlening. Ook verzorgt men wanneer nodig het (voet)transport van gewonden vanuit het rampterrein naar het gewondennest. Ook kan het voorkomen dat de SIGMA-leden de gewonden alleen vervoeren van een aanlandplaats of een overnameplaats naar het gewondennest. Het vervoer tot de overname- of aanlandplaats wordt dan door ander hulpdiensten als de brandweer of reddingsbrigade verzorgd.

Medische taken
De medische ondersteuning bestaat uit het zowel zelfstandig als assisterend (aan bijvoorbeeld een ambulanceverpleegkundige) uitvoeren van medische handelingen. Hierbij geldt dat SIGMA-vrijwiligers nooit zogenaamde 'voorbehouden handelingen' mogen uitvoeren; dit zijn handelingen die volgens de wet alleen mogen worden uitgevoerd door een arts of verpleegkundige. Voorbeelden van handelingen die zelfstandig worden uitgevoerd zijn het beoordelen van de vitale functies (ademweg, ademhaling, circulatie), het vervangen van een infuus en het aanbrengen van een nekkraag. Assisterende handelingen zijn bijvoorbeeld het helpen bij het veiligstellen van de vitale functies van een slachtoffer, het fixeren van op een wervelplank en het klaarmaken van medicatie of een infuus zodat een verpleegkundige dit kan toedienen.

Uitrusting

Aangezien de SIGMA-teams als taak hebben de Geneeskundige Combinatie logistiek te ondersteunen, beschikken zij over een uitgebreide uitrusting en de voertuigen om deze te vervoeren.

Voertuigen
Iedere Geneeskundige Combinatie beschikt over twee Mercedes-Benz-bestelwagens met aanhanger. Één van de bussen vervoert de leden van het AMBU-team en een groot aantal medische hulpmiddelen. De aanhanger van het AMBU-team is ook gevuld met medisch hulpmateriaal als (schep)brancards, wervelplanken en flessen zuurstof. De tweede bus is ingericht om het SIGMA-team te vervoeren. Daarnaast wordt de tent waarin het gewondennest kan worden ingericht in deze bus vervoerd. In de aanhanger zijn voornamelijk de inrichting van deze tent en hulpmiddelen om deze op te zetten opgeborgen. De voertuigen zien er qua uiterlijk uit als een ambulance hoewel ze geen slachtoffers kunnen vervoeren. Het Mobiel Medisch Team komt met eigen vervoer naar de ramplocatie mochten zij nog niet aanwezig zijn.

Tent
Omdat in een rampgebied vaak geen goede plaats beschikbaar is waar gewonden goed kunnen worden geholpen voordat ze naar een ziekenhuis kunnen worden vervoerd, beschikt het SIGMA-team over een gele opblaasbare tent die snel opgezet en ingericht kan worden. Door middel van een aggregaat wordt de tent binnen enkele minuten opgezet. De reguliere inrichting bestaat uit brancards, koffers met medische hulpmiddelen en een tafel waar bijvoorbeeld de administratie kan worden uitgevoerd. Doordat de tent van hetzelfde type (de zogenaamde Trell Tent) is als dat de brandweer en het leger vaak gebruikt, kunnen de tenten eventueel eenvoudig aan elkaar gekoppeld worden.

ALS-koffer
De medische hulpverlening door de Geneeskundige Combinatie gebeurt met hulpmiddelen die zijn terug te vinden in een Advanced Life Support-koffer oftewel een ALS-koffer. De koffer is ingericht om per individueel slachtoffer gebruikt te worden dus bevat hulpmiddelen om alle mogelijke levensgevaarlijke verwondingen te behandelen. Hierbij moet gedacht worden aan een middelen om te intuberen, middelen om te beademen, medicatie, infuusvloeistof en verband. De inhoud van een ALS-koffer is niet te vergelijken met die van een EHBO-koffer. De ALS-koffer moet beschouwd worden als het hoofd instrument van het SIGMA-team. Omdat per slachtoffer één koffer nodig is, beschikt iedere Geneeskundige Combinatie over een groot aantal van deze koffers Naast de ALS-koffer beschikt het team over de volgende koffers, alle in ruime aantallen aanwezig:

  • Kinderkoffer: geldt als aanvulling op een ALS-koffer met kleinere formaten van bijvoorbeeld beademingsmaskers en injectienaalden;
  • Brandwondenkoffer: bij een ramp kunnen slachtoffers vallen met ernstige brandwonden die behandeld kunnen worden met de middelen uit deze koffers
  • EHBO-koffer: naast de ALS-koffers beschikt het SIGMA-team over EHBO-koffers die gebruikt kunnen worden als er geen slachtoffers met levensbedreigende situaties hoeven te worden behandeld.

Haakarmbak
Hoewel de Geneeskundige Combinatie een groot aantal medische hulpmiddelen zoals de ALS-koffers in de voertuigen en aanhangers vervoert, kan deze voorraad ontoereikend zijn. Daarom beschikt ieder SIGMA-team over een haakarmbak met een aanvullende voorraad van alle middelen. Vanuit deze container kunnen extra ALS- of andere koffers worden gepakt of gebruikte koffers worden aangevuld. Ook is er een ruime extra voorraad zuurstof en medicatie maar ook bijvoorbeeld brancards in de container aanwezig. De haakarmbak wordt door de brandweer op de locatie van de ramp gebracht.

Inzet

SIGMA-teams worden ingezet wanneer er door een ongeval of ramp een groot aantal slachtoffers valt dat medische hulpverlening nodig heeft. In principe besluit de Officier van Dienst Geneeskundig over de daadwerkelijke inzet van een Geneeskundige Combinatie (Gnk-C) of individuele onderdelen daarvan. Als het besluit is genomen dat een team ingezet zal worden, worden de leden opgeroepen door middel van een P2000 pager. De beschikbare leden komen hierop naar een opkomstplaats waar de acht eerst aangekomen vrijwilligers samen met het AMBU-team vertrekt richting de ongevalslocatie. Richtlijn is dat een Geneeskundige Combinatie een uur na alarmering daadwerkelijk inzetbaar is op het rampterrein. Wanneer nodig kan besloten worden meerdere Geneeskundige Combinaties of SIGMA-teams gelijktijdig in te zetten al naar gelang de noodzaak. De inzet van een SIGMA-team duurt in principe vier uur; hierna worden de leden afgelost door acht nieuwe vrijwilligers.

Naast de inzet als gevolg van een daadwerkelijk ongeval kan een Geneeskundige Combinatie voorwaarde scheppend worden ingezet. Dit houdt in dat een team stand-by is op de opkomstplaats of in de buurt van een potentiële ongevalslocatie.

De onderdelen van een Geneeskundige Combinatie kunnen zoals vermeld ook zelfstandig worden ingezet; de Mobiel Medisch Teams worden bijvoorbeeld dagelijks ingezet bij grotere ongevallen. Ook een SIGMA-team kan ingezet worden zonder dat de andere onderdelen aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij ongevallen waarbij een groot aantal mensen relatief eenvoudige medische zorg nodig heeft waarbij niet de kennis van een arts nodig is. Ook worden SIGMA-teams wel eens ingezet voor het inrichten van opvanglocaties van slachtoffers.

Jaarlijks worden regelmatig SIGMA-teams daadwerkelijk ingezet; gelukkig zijn dit vrijwel alleen voorwaarde scheppende inzetten en hoeven geen (grote) hoeveelheden slachtoffers te worden behandeld.

bron wikipedia.nl
112MELDINGEN.NL | AMBULANCE | 112 meldingen & P2000 alarmeringen van de hulpdiensten online volgen. (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Edwin Metz

Last Updated:

Views: 5897

Rating: 4.8 / 5 (78 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Edwin Metz

Birthday: 1997-04-16

Address: 51593 Leanne Light, Kuphalmouth, DE 50012-5183

Phone: +639107620957

Job: Corporate Banking Technician

Hobby: Reading, scrapbook, role-playing games, Fishing, Fishing, Scuba diving, Beekeeping

Introduction: My name is Edwin Metz, I am a fair, energetic, helpful, brave, outstanding, nice, helpful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.